COPD is een verzamelnaam voor twee longaandoeningen: chronische bronchitis en emfyseem. Bij COPD is er chronische bronchitis of emfyseem, of beide samen. Chronische bronchitis treedt meestal in de beginfase van COPD op, emfyseem komt voor bij ernstiger vormen van COPD.
Chronische bronchitis is een chronische ontsteking en vernauwing van de luchtwegen waarbij de beschermlaag van de luchtwegen en de kleine haartjes die het slijm uit de luchtwegen verwijderen, worden beschadigd.
Emfyseem wordt gekenmerkt door een progressieve beschadiging van de longblaasjes en hun wanden. De longen verliezen hun elasticiteit en de lucht blijft bij uitademing gedeeltelijk gevangen in de longen. Hierdoor wordt lucht in de longen opgestapeld die niet meer kan uitgeademend worden, zodat geleidelijk ademnood ontstaat en de patiënt zijn inspanning moet onderbreken om weer op adem te komen.
In het begin heeft een COPD patiënt geen of bijna geen klachten. De aandoening manifesteert zich meestal pas na de leeftijd van 45 jaar. Net door het ontbreken van symptomen in het beginstadium van de ziekte, is het vroegtijdig opsporen van COPD moeilijk.
De ziekte is niet volledig omkeerbaar, er ontstaat dus een blijvende longvernauwing die weliswaar kan behandeld maar niet genezen worden. Eenmaal COPD vasstgesteld is, kan men de symptomen verlichten dankzij geneesmiddelen die voornamelijk de luchtwegen verwijden en dankzij een aangepast revalidatieprogramma.
Oorzaak
Deze achteruitgang van de longfunctie is het gevolg van een abnormale ontstekingsreactie van de longen op stofdeeltjes of giftige gassen. Voornaamste verantwoordelijke is tabaksrook, maar ook professionele (bv. oplosmiddelen), huishoudelijke of stedelijke verontreiniging spelen een rol.
Ongeveer 9 op de 10 COPD patiënten zijn rokers of ex-rokers. Meestal moet men één pakje per dag gedurende 10 jaren roken om C O P D te ontwikkelen. Het is bewezen dat de impact van roken op de longfunctie van vrouwen groter is dan bij mannen.
Niet alle rokers ontwikkelen even snel COPD. Algemeen wordt aangenomen dat meerdere genetische factoren mede het risico voor het ontwikkelen van COPD bepalen.
Andere factoren zijn infecties, ondervoeding, laag geboortegewicht en genetische factoren.
Symptomen
Volgende symptomen zijn typisch voor COPD-patiënten :
• Chronische hoest, kan gedurende de ganse dag aanwezig zijn of kan enkel ‘s ochtends optreden bij het ontwaken;
• fluimen (expectoraties);
• een gevoel van kortademigheid (dyspnoe), vooral bij inspanning en toenemend met de jaren. De patiënten zijn hierdoor vaak niet langer in staat hun dagelijkse activiteiten uit te oefenen of zelfs een korte afstand te stappen. Veel mensen met COPD hebben problemen om de trap op te gaan zonder te moeten stoppen om naar adem te happen. Kortademigheid kan het eerst optreden tijdens het werken in de tuin, tijdens het bergopwaarts lopen of, zelfs gewoon tijdens het thuis rondlopen. Mensen met COPD lopen meestal trager dan mensen van dezelfde leeftijd. Na verloop van jaren kan de kortademigheid regelmatiger voorkomen; meestal bij minder en minder inspanning.
De evolutie van COPD gaat gepaard met opflakkeringen van één of meer van de symptomen gedurende een beperkte tijd. Die kunnen veroorzaakt worden door of door blootstelling aan een irriterende stof (bijv. tabaksrook of industriële verontreiniging), aan klimatologische omstandigheden, een fout of een vergetelheid in de behandeling, een verergering van hartinsufficiëntie &
Deze opflakkeringen kunnen spontaan na 5 tot 15 dagen verdwijnen, maar kunnen ook gepaard gaan met longinsufficiëntie waarvoor een opname in het ziekenhuis en soms een kunstmatige beademing noodzakelijk is.
Gedurende ten minste de helft van de evolutie, is de patiënt zich van de aandoening niet bewust:
• In 50% van de gevallen zijn hoest en fluimen niet aanwezig.
• In de andere helft van de gevallen worden deze symptomen door rokers als « normaal » beschouwd.
• In een vroegtijdig stadium doen dyspnoe of ademnood bij inspanning zich slechts bij belangrijke inspanningen voor.
Wat is het verschil tussen COPD en astma ?
Astma is een chronische inflammatoire aandoening van de luchtwegen die gekenmerkt wordt door periodische aanvallen van luchtwegvernauwing en kortademigheid. Buiten deze crisissen heeft een astmapatiënt een normale ademhaling.
Bij COPD daarentegen is de luchtwegvernauwing permanent. Het gevoel van kortademigheid is dan ook elke dag aanwezig.
Astma COPD
Voorkomen Alle leeftijden > 40 jaar
Beloop Overwegend gunstig Geleidelijk progressief
Levensverwachting Overwegend normaal Verminderd
Diagnostoek Piekstroommeter of spirometer Spirometer
Reversibiliteit na Aanwezig Afwezig
bronchusverwijding
Longfunctie (Vrijwel) normaal bij optimaal beleid Verminderd, ook bij optimaal beleid
Hoe wordt COPD vastgesteld (diagnose)?
De aanwezigheid van symptomen (rokershoest, aanhoudende verkoudheid, chronische bronchitis…) of problemen (vermoeidheid bij inspanning, verminderde uithouding….), van roken en/of een blootstelling aan verontreinigende stoffen, zou aan COPD doen denken. Er bestaan ook vragenlijsten waarmee patiënten kunnen achterhalen of het aangewezen is een arts te raadplegen.
Met een eenvoudige ademtest, een zogenaamde spirometrie, kan de diagnose snel en pijnloos bevestigd worden.
Het is belangrijk dat de diagnose zo vroeg mogelijk gesteld wordt om een verdere evolutie van de ziekte te kunnen voorkomen.
Spirometrie
Een spirometrie is een eenvoudig functioneel onderzoek dat ook door de huisarts kan worden uitgevoerd.
Er is sprake van COPD wanneer de patiënt bij spirometrisch onderzoek een ESW/VC <70% vertoont.
ESW (Fev sec-1)= de één seconde waarde of FEV 1 (Forced Exired Volume 1 second).
De ESW(Fev sec-1) is het maximale volume, dat in één seconde kan worden uitgeademd en wordt gemeten tijdens een geforceerde expiratie. De patiënt moet zo hard en zo diep mogelijk inademen en daarna zo hard en zo snel mogelijk tot op het einde uitblazen. De VC of Vitale capaciteit is het maximale volume lucht, dat bij een volledige in- of uitademing door de mond gaat.
De verhouding ESW/VC wordt de Tiffneau(Tiif %) index genoemd. Deze index weerspiegelt de graad van obstructie van de luchtwegen (bronchi).
Hoe ernstig is COPD?
COPD wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) beschouwd als de vierde meest dodelijke aandoening, na hartaanvallen, kanker en beroertes. Van alle belangrijke doodsoorzaken in de wereld is COPD de enige die toeneemt. Tussen 1965 en 1998 is het aantal sterfgevallen ten gevolge van COPD met 163% gestegen. De reden is de toename van het rookgedrag in de ontwikkelingslanden en het blijvende rookgedrag in de geïndustrialiseerde landen, evenals de veroudering van de bevolking.
COPD is tevens de belangrijkste reden voor longtransplantatie.
In België zouden er bij de 40-plussers 680.000 COPD-patiënten zijn. 50% tot 85% van alle COPD patiënten zijn niet of verkeerd gediagnosticeerd.
Volgens een Zweedse studie hebben 66,7% van alle rokers ouder dan 76 jaar COPD.
Aantal volgens de GOLD stadia in een populatie ouder dan 40 jaar
Stadium I: 259.286
Stadium II: 272.932
Stadium III & IV: 150.113
Behandeling
Rookstop
Rookstop is de eerste behandeling van COPD. Roken zorgt ervoor dat het ademen na verloop van tijd steeds moeilijker wordt. Het is daarom nooit te laat om te stoppen met roken. Hoe sneller men stopt met roken, hoe langer de longen jong blijven. Indien de longen door het jarenlange roken beschadigd zijn, verouderen deze aan dezelfde snelheid als bij niet-rokers vanaf het moment dat men stopt.
Geneesmiddelen
• De bronchodilatatoren of luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de luchtstroom doorheen de luchtwegen verbetert. Zij worden beschouwd als de hoeksteen van de behandeling van matig, ernstig en zeer ernstig COPD.
• De corticosteroïden die via inademing worden toegediend zijn de basis van een astmabehandeling en kunnen een rol spelen in de behandeling van de ernstige tot zeer ernstige COPD-patiënt.
• De corticosteroïden die via de mond worden ingenomen worden meestal voorgeschreven tijdens een korte periode gedurende dewelke de symptomen plots sterk toenemen. In zeldzame gevallen dienen zij dagelijks ingenomen te worden.
Oefenprogramma
Spierrevalidatie en verhogen van de inspanningstolerantie, ademhalingskinesitherapie, ergotherapie, psychologische bijstand kunnen samen bijdragen tot een betere levenskwaliteit.
Training van de spieren en de inspanningstolerantie
Om te vermijden dat ze buiten adem raken, zijn COPD-patiënten uiteraard geneigd om alsmaar minder inspanningen te leveren. Maar door zo te handelen dreigen ze in een vicieuze cirkel terecht te komen: de spieren zien hun inspanningscapaciteit slinken bij gebrek aan training en hebben dan ook voortdurend meer zuurstof nodig om dezelfde inspanning te kunnen leveren. Daardoor zal de patiënt uiteindelijk dieper ademhalen en toch buiten adem zijn!
Het komt erop aan deze vicieuze cirkel te doorbreken door een aangepaste training van de spieren, om zo opnieuw aan inspanningen te wennen. Deze training gebeurt in revalidatiecentra onder leiding van gespecialiseerde kinesitherapeuten. Ze vormt de basis van een revalidatieprogramma.
De oefeningen zijn erop gericht de inspanningscapaciteit op te voeren en tegelijkertijd de ademnood bij hun uitvoering te verminderen. Zodoende zal de patiënt zijn dagelijkse bezigheden kunnen verrichten zonder met een ademtekort te kampen.
Bij sommige patiënten zijn de ademhalingsspieren eveneens ernstig verzwakt. Die kunnen versterkt worden door dagelijks gedurende 20 tot 30 minuten oefeningen uit te voeren, die erin bestaan tegen een weerstand te ademen (bijvoorbeeld door met een rietje in een kom water te blazen). Het gevoel van kortademigheid zal hierdoor afnemen.
Het is uiteraard aangewezen dat een COPD-patiënt zijn/haar lichaamsconditie blijft onderhouden door bijvb. te zwemmen, te fietsen, te wandelen.
Enkele praktische tips
• Elke dag een wandeling van 20 minuten is een goed begin.
• Voer de oefeningen uit die u bevallen, op een plek waar u zich goed voelt.
• Vraag aan een vriend of familielid om u te vergezellen.
• Wanneer u met een oefening begint, doe het dan rustig aan.
• Voelt u dat u buiten adem raakt, stop dan en rust even uit.
Ergotherapie
De ergotherapeut zal de patiënt leren om zijn dagelijkse bezigheden zo doeltreffend en gepast mogelijk uit te voeren m.a.w. op een manier dat de patiënt zo min mogelijk energie verbruikt en zo min mogelijk in ademnood geraakt.
Ademhalingskinesitherapie
Sommige patiënten ondervinden moeilijkheden met het opgeven van de fluimen, die bij COPD-patiënten dikwijls in grote hoeveelheden geproduceerd worden. De ademhalingskinesitherapie gebruikt technieken die dit vergemakkelijken.
Voeding
Vele COPD patiënten verliezen gewicht. Daar bestaan meerdere redenen voor. Allereerst eten ze dikwijls onvoldoende. Bovendien verbruikt het lichaam meer energie dan normaal omdat het een grote ademhalingsinspanning moet leveren. En dan zijn er nog ziektegebonden mechanismen (ontsteking, inname van bepaalde geneesmiddelen) die misschien ook bijdragen tot een verhoogd energieverbruik.
Dit gewichtsverlies kan nefast zijn, zeker in de ernstige stadia van deze ziekte. Ook een verzwakking van de spieren (ademhalings- en lichaamsspieren) moet voorkomen worden.
Voedingsadviezen worden bij voorkeur in het revalidatieprogramma ingebouwd. Ze zijn van essentieel belang om de patiënt in staat te stellen zijn gewicht te verhogen en op peil te houden. In combinatie met beweging kunnen spieren verstevigd worden. Dit leidt tot een verhoogde zelfstandigheid en een betere levenskwaliteit.
• Indien u vermoeid bent, rust dan eerst alvorens te eten. Eet weinig, maar vaak.
• Neem een correcte houding aan en gebruik een goede ademhalingstechniek tijdens de maaltijd.
• Eet langzaam en kauw goed. Haal voor elke hap diep adem.
• Eet voedingsmiddelen die makkelijk te kauwen zijn, maaltijden die eenvoudig te bereiden zijn of maak gebruik van een dienst die maaltijden aan huis levert.
• Neem uw geneesmiddelen juist en op het gewenste tijdstip in.
• Indien u een zuurstoftherapie krijgt, gebruik die indien nodig verder tijdens de maaltijd.
• Bereid maaltijden die lekker ruiken en de eetlust opwekken.
• Gebruik de hoofdmaaltijd op het voor u meest geschikte moment van de dag.
• Drink 30 minuten vóór elke maaltijd een bouillon.
Bij droge mond:
• Kauw langdurig om de speekselproductie te bevorderen.
• Drink een weinig bij elke hap voedsel.
• Neem overvloedig saus bij de warme maaltijd.
• Bereid broodjes met smeerbare of malse voedingsmiddelen.
Slijmvorming in de mond
Sommige voedingsstoffen veroorzaken een “kleverig” gevoel in de mond.
• Spoel de mond na elke maaltijd.
• Goed om weten : botermelk, yoghurt en zure room veroorzaken minder slijmvorming.
Opgelet : zuivelproducten zijn belangrijk ; laat ze niet zomaar weg
Chirurgie
Chirurgie dringt zich op in uitzonderlijke omstandigheden, voornamelijk in geval van emfyseem. Bij ernstig, meer gelokaliseerd emfyseem kan de rest van de long verdrukt worden en zal een heelkundige ingreep nodig zijn om deze zones te verwijderen. Dit leidt tot een betere ontplooiing van de overblijvende long waardoor de symptomen van kortademigheid verlicht worden. Dit is echter meestal maar een tijdelijke oplossing.
COPD met emfyseem is in België de belangrijkste reden voor een longtransplantatie. Om deze te bekomen moet de patiënt relatief jong zijn én in een goede algemene conditie verkeren. Afhankelijk van de gestelde voorwaarden zal de patiënt één of twee longen kunnen krijgen (met of zonder luchtpijp). In uitzonderlijke gevallen zal men overgaan tot een hart-longtransplantatie.
Classificatie van COPD volgens graden van ernst
Stadium
Karakteristieken
0: geen COPD- normale spirometrie- chronische symptomen (hoesten, sputum productie)
I: milde COPD- FEV1/FVC < 70%- FEV1 > 80% voorspelde waarde- met of zonder chronische symptomen (hoesten, sputum productie)
II: matig COPD- FEV1/FVC < 70%- 50% > FEV1 < 80% voorspelde waarde
II: ernstig COPD- 30% > FEV1 < 50% voorspelde waarde
IV: zeer ernstig COPD- FEV1/FVC < 70%- FEV1 < 30% voorspelde waarde of- FEV1 < 50% voorspelde waarde + respiratoir falen of klinische tekens van rechter hartfalen.
ESW (Fev sec-1)= de één seconde waarde of FEV 1 (Forced Exired Volume 1 second). De ESW(Fev sec-1) is het maximale volume, dat in één seconde kan worden uitgeademd en wordt gemeten tijdens een geforceerde expiratie. De patiënt moet zo hard en zo diep mogelijk inademen en daarna zo hard en zo snel mogelijk tot op het einde uitblazen. De FVC of Forced Vital Capacity is het maximale volume lucht, dat bij een volledige in- of uitademing door de mond gaat.
De verhouding FEV1/FVC is bij een normaal volwassen persoon tussen de 70% en 80%. Een waarde lager dan 70% duidt op een luchtwegobstructie en de mogelijkheid van COPD. De één seconde waarde of FEV1 is afhankelijk van leeftijd, geslacht en ras en wordt beter berekend als een percentage van de voorspelde waarde. Er bestaan duidelijke maatstaven en locale gegevens in de literatuur voor normale, te verwachten waarden van FEV1.
Dit dossier is gebaseerd op teksten van: Dr. V. Ninane (CHU St.-Pierre), Prof. W. De Backer (UZ Antwerpen), Prof. M. Decramer (UZ Gasthuisberg, Leuven), Prof. P. Bartsch (CHU- Sart-Tilman, Luik)
Videofilm
In het kader van een project rond COPD werd door de VRGT een voorlichtingsfilmpje ontwikkeld. In dit filmpje zijn een patiënt en een longarts (Dokter Meysman) te zien die respectievelijk getuigen en uitleg geven over de ziekte. Het doel van dit filmpje is om mensen bewust te maken van het bestaan van de ziekte COPD en attent te maken op de symptomen, alsook het belang van rookstop te benadrukken.
Bron: Gezondheid.be
Maandelijks de gratis nieuwsbrief in je email ontvangen! Een nieuwsbrief vol wetenswaardigheden voor mensen met (ernstig) astma. Meld je dan nu aan