De diensthoofden van de Belgische universitaire ziekenhuizen bevelen longpatiënten het gebruik van droogpoederinhalatoren aan. Die kunnen tot betere behandelresultaten leiden voor astma en COPD. Bovendien zijn ze veel minder schadelijk voor het milieu vergeleken met de klassieke aerosolen met drijfgas.
Van CFK naar HFK naar droogpoeder
Na een verplichte vervanging van CFK-gas in aerosolen door HFK, vanwege het negatieve effect op de ozonlaag, werd vastgesteld dat ook de huidige HFK-gassen in aerosolen bijdragen aan de opwarming van de aarde. De aerosolen zorgen voor een grote uitstoot van meer dan 50 kiloton CO2-equivalent in België. Dat betekent dat de CO2-uitstoot sterk verminderd kan worden door het gebruik van aerosolen met drijfgas zoveel mogelijk terug te schroeven.
De British Thoracic Society bevestigde eerder dat inhalatoren zonder gassen voor 18 keer minder CO2-uitstoot zorgen dan aerosolen met drijfgas . Volgens een analyse van de Belgische situatie, uitgevoerd door Health-Ecore, leidt de volledige vervanging van de drijfgasaerosolen door droogpoederinhalatoren in België alleen al tot een vergelijkbaar uitstooteffect als het jaarlijks schrappen van 18.800 benzineauto’s (aan 20.000 km/jaar) of 3.000 retourvluchten van Brussel naar Londen.
Milieuvriendelijk én effectief
Prof. dr. Guy Joos, diensthoofd longziekten aan het UZ Gent bevestigt: ‘Longpatiënten zijn vaak het slachtoffer van luchtvervuiling en klimaatsveranderingen. Daarom zijn we verheugd dat we vanuit de zorg kunnen bijdragen aan duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Niet alleen longartsen, maar ook huisartsen, apothekers en longpatiënten moeten zich ervan bewust zijn dat droogpoederinhalatoren niet alleen milieuvriendelijker zijn, maar dat wetenschappelijke studies ook aantonen dat ze vaak betere behandelresultaten opleveren voor de patiënt. Ze zijn gemakkelijker in gebruik waardoor patiënten minder fouten maken en trouwer zijn aan hun therapie.’
Opdracht voor de arts en apotheker
Prof. dr. Geert Verleden, diensthoofd longziekten in UZ Leuven voegt daaraan toe: ‘Uit gegevens van 2017 blijkt dat van het totale aantal voorschriften voor een onderhoudsbehandeling met inhalatiemedicatie in 47 procent van de gevallen een drijfgasaerosol werd verstrekt. Er is dus duidelijk ruimte voor verbetering, met bovendien een zeer gunstig milieueffect. Niet alle longpatiënten kunnen zomaar omschakelen naar droogpoederinhalatoren. Dat is afhankelijk van de voorkeur van de patiënt en de mogelijkheid om een inhalator adequaat te gebruiken. Het is belangrijk dat de behandelende artsen en apothekers dat goed onderzoeken en opvolgen, wat uiteindelijk ook de therapietrouw en de ziektecontrole ten goede zal komen.’
Actieplan
Prof. dr. Renaud Louis, diensthoofd longziekten aan het CHU Liège sluit af: ‘We zullen nu een concreet actieplan ontwikkelen voor astma- en COPD-patiënten. Samen met de longartsen, huisartsen en huisapothekers zullen we een plan opmaken voor een goed gebruik van inhalatoren en een realistisch CO2-uitstootreductieplan.’
Maggie De Block, ontslagnemend minister van Volksgezondheid benadrukt: ‘De analyse van de Belgische situatie toont aan dat er potentieel is om met een juiste keuze en een goed gebruik van inhalatiemedicatie bij longpatiënten betere resultaten te bereiken en bovendien een bijdrage te leveren aan CO2-uitstootreductiedoelstellingen. Daarmee dragen we ook vanuit de gezondheidszorg ons steentje bij aan het klimaat.’
Bron: www.gezondheid.be