‘E-sigaret mogelijk schadelijker dan gedacht’

Het roken van e-sigaretten zou meer schade aan het lichaam toebrengen dan aanvankelijk werd aangenomen. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de dampen die vrijkomen bij het roken van de sigaretten mogelijk belangrijke immuuncellen beschadigen.
Voorgaande studies over de effecten van e-roken concentreerden zich vooral op de chemische samenstelling van de e-sigaretten.

Voor het onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Thorax, hebben de onderzoekers longweefselmonsters afgenomen van acht personen die niet roken. De invloed van e-sigaretten op dit gezonde weefsel is bekeken door het “e-roken” middels een mechanisme na te bootsen.

Hierbij ontdekten de onderzoekers dat de dampen die vrijkomen bij het roken van de e-sigaretten ontstekingen teweegbrengen en ook de activiteit van de alveolaire macrofagen doen verminderen. Dit zijn cellen die potentieel schadelijke stofdeeltjes, bacteriën en allergenen verwijderen.

Effecten vergelijkbaar met gevolgen na roken gewone sigaret
Volgens de medewerkers aan de studie zijn deze effecten vergelijkbaar met de gevolgen die optreden na het roken van een gewone sigaret, en treden de effecten ook op bij mensen die lijden aan een chronische longziekte zoals COPD.

Hierbij wordt wel benadrukt dat deze conclusies volgen na een redelijk kleinschalige studie. De gemeten effecten zijn daarbij alleen bekeken binnen de 48 uur na het simuleren van het e-roken.

Uit eerder onderzoek van Public Health England bleek eerder dat het roken van een e-sigaret 95 procent minder schadelijk is voor de gezondheid dan het roken van een normale sigaret. “E-sigaretten zijn niet geheel zonder risico, maar in vergelijking met roken blijven ze vele malen minder schadelijk. Het probleem is nog steeds dat mensen denken dat ze minstens zo schadelijk zijn”, aldus professor Kevin Fenton, directeur van gezondheid en welzijn bij Public Health England.

Uit statistieken van het RIVM (2012) blijkt dat in Nederland 1 procent van de populatie soms e‑sigaretten gebruikt, 5 procent het één of twee keer heeft geprobeerd en 94 procent het nooit heeft geprobeerd.

Bron: Nu.nl